woensdag 12 september 2007

un poco de descanso

De eerste week van het schooljaar (dachten we, maar ondertussen hebben ze de start van de school al 2 weken uitgesteld) zijn we er een weekje tussenuit geknepen om eindelijk de rest van het land wat te verkennen.
Eerst trokken we naar Quito waar we de eerste dag volledig wijdden aan onze quesste naar het laatste Harry Potter-boek. Onze zoektocht bracht ons langs alle grote boekenwinkels om te eindigen in een klein Engels tweedehandsboekenwinkeltje. Het heeft me 5 dagen gekost om de 780 paginas te verslinden.
De volgende morgen hadden we eindelijk een afspraak met Ruben, Jasmien's Ecuadoriaanse ex-kotgenoot. Ruben overlaadde ons met tips om te bezoeken binnen en buiten Quito en zette ons vervolgens af in het gezellige oude stadsgedeelte van Quito, een wirwar van smalle en vaak steile straatjes die ons tussen de verschillende verrassend grote pleinen leidden naar indrukwekkende gebouwen als de kathedraal en het presidentiële paleis.
In de namiddag bezochten we het museum van de nationale bank, een museum dat je meeneemt op een reis doorheen de verschillende culturen die Ecuador bevolkt hebben vanaf 500 vr Chr tot nu. Een prachtige verzameling in een al even prachtig decor.
Onze avond in Quito brachten we door in de buurt van ons hotel, duidelijk de uitgangsbuurt van Quito. De vele cafeetjes zijn diep verwikkeld in een originaliteitscompetitie en een gezellige veelkleurige mensenmassa beheerst de verrassend propere straatjes. Het contrast met Natabuela kan moeilijk nog groter zijn.
De tweede avond begonnen we om 20u aan onze 12-urige busreis naar de kust. De combinatie van de quasi-antieke bus, de kamikaze-rijstijl van de chauffeur en de erbarmelijke staat van de weg had veel weg van een verfmengmachine.
In Puerto Lopez stapten we dan ook uit met een vers opgelopen trauma en een ongeziene vermoeidheid. Het was dan ook meteen een heugelijke kennismaking met ons eerste bamboehuis, een hotelletje volledig opgetrokken in bamboe met hangmatten op alle mogelijke plaatsen. Een verslaving voor de rest van ons reisje. Vanuit Puerto Lopez deden we een excursie naar Isla de la Plata, met als tussenstop: DE WALVISSEN.
De immensheid van deze prachtige beesten belet hen duidelijk niet van de meest acrobatische sprongen uit te halen. We zagen een mannetje alle moeite van de wereld doen om een vrouwtje te imponeren. Bij ons was dat in ieder geval gelukt.
Na een 20-tal minuten spectakel gunden we de walvissen wat privacy en trokken we naar Isla de la Plata, een eiland bemand door duizende vogels. We bewonderden de fregatvogels, pelikanen en de “piqueros de patas azules” en de “piqueros de patas rojas”, in het Engels vertaald als bluefooted boobies en redfooted boobies.
Vervolgens gingen we snorkelen in de koraalriffen aan de rand van het eiland. Het was de live-versie van “Finding Nemo”, inclusief de reuzeschilpadden.
De volgende dag trokken we naar Montañita, een surfdorpje compleet met surfduders, typische handshakes, cocktails en elke avond feest tot in de vroege uurtjes. Spijtige zaak dat mijn maag het weer liet afmeten en ik permanent wisselde tussen hangmat en WC. Toch huurden we een halve dag een surfplank en slaagden erin om op al die tijd zeker 10 seconden rechtstaand op de plank door te brengen en ze achteraf zonder middenvin terug te brengen. Volgende keer toch maar een uurtje les volgen, denk ik.
We sloten onze trip af in Ayampe, een stukje paradijs waar strand rechtstreeks in jungle overgaat. Maar het was vooral de ecolodge die ons wist te charmeren. Een hotelletje met de vriendelijkste eigenaar ooit die ons meteen thuis deed voelen en waarmee we enorm leuke gesprekken konden voeren.
Het was een spijtig afscheid dus, zeker omdat we ons stukje paradijs moesten inwisselen voor alweer 12 uur bus.
Maar we hebben enorm genoten en zijn weer klaar om er volledig in te vliegen.

lobos del cerro


Reeds tijdens de vorige leidingscursus hadden we besloten om deze te herhalen voor de vele jaloerse jongeren die vanaf de zijlijn moesten toekijken omdat ze niet tijdig waren komen opdagen. Op menig verzoek boksten we dus een tweede driedaagse in elkaar die op nog meniger verzoek gevolgd moest worden door ons kamp op de Imbabura.
Spijtig genoeg vertroebelde het aanvankelijke enthousiasme van de jongeren onze inschatting van de mañana-cultuur. Van alle jongeren die een week voordien nog zo stonden te springen om deel te nemen aan de leidingscursus schoot er geen enkele meer over en op de laatste vergadering voor het kamp kwamen een 5-tal jongeren opdagen, gemiddeld met 40 minuten vertraging, waarvan er nog 2 effectief konden deelnemen.
Hoe charmerend deze hakuna-matata-mentaliteit soms ook is, op het moment dat je na 40 minuten wachten in een leeg lokaal met een volle agenda en een half voorbereid kamp moet aanhoren dat alle deelnemers afhaken voor de meest futiele redenen (als die er al zijn) is het voor één keer geen vulkaan die op het punt staat uit te barsten.
We hebben ons dus voorgenomen gradueel te oefenen op verantwoordelijkheid met als stap 1: op tijd komen!
Na ons een halve dag verwend te hebben met ijs en films om de bittere teleurstelling weg te slikken, zijn we maar op zoek gegaan naar nieuwe gegadigden voor onze tweede leidingscursus. Het werd een gezellig groepje van 7 jongeren die het, als bij wijze van compensatie, vaak stukken beter deden dan de vorige 15.
Na een niet onverwachte slapeloze nacht was onze tweede dag een toppunt van jeugdbeweging. Veel spelletjes die vol enthousiasme onthaald werden, 2 gitaren die opdoken en als afsluiter een avond bij het kampvuur met een pintje. Pure nostalgie!

De laatste dag was bedoeld om de 2 groepen (van onze 2 leidingscursussen) te integreren. Een plan dat lichtelijk doorkruist werd door de pers die we hadden uitgenodigd. Onze anders zo assertieve en uitbundige leiders werden bevangen door een vlaag van verlegenheid bij het zien van de camera.
Ons moment van provinciale glorie werd gevolgd door een vergadering waarop we eindelijk de knoop doorhakten voor de naam van onze jeugdgroep. We zullen de analen ingaan als de “LOBOS DEL CERRO” wat zoveel betekent als de “wolven van de vulkaan”.